Laatst werd een post van mij veel bekeken: bijna 25.000 keer. Plus het kreeg bijna 400 likes. Bijzonder dus. Er waren ontzettend leuke reacties. Een daarvan zette me (onbedoeld) aan tot nadenken. It sent me down a rabbit hole.
Het was eigenlijk ontzettend onschuldig wat ze me schreef in een persoonlijk bericht:
“Wat een leuk verhaal. Ik ga het morgen meteen met mijn studenten delen in een training!”
Regelmatig gebeurt het dat mijn posts veel views krijgen en gedeeld worden op LinkedIN (waarvoor dank!), maar nog niet eerder kreeg ik de reactie: ik ga nu je verhaal in een andere context toepassen. (Misschien gebeurde het wel, maar vertelde iemand dat niet).
Want wat zorgt er precies voor dat iemand je verhaal actief gaat gebruiken? Zich het verhaal eigen maakt? Dus verder gaat dan een like geven en een reactie achterlaten?
Het bracht me naar Wharton University en naar een stam op de Filipijnen. En ja, het werd een wat lang artikel, je vindt het via de link. Het gaat dus niet over het delen van informatie of van beelden. Het gaat over de business van storytelling.
Waarom mensen je verhaal willen delen
De reactie kwam op deze post:
Mensen ontlenen status aan het verhaal dat ze delen
Onderzoeker Jonah Berger van Wharton University heeft veel onderzoek gedaan naar waarom sommige verhalen zo graag deelbaar worden. Een van de belangrijkste redenen noemt hij “social currency”. Met andere woorden: sociaal wisselgeld.
Berger zegt met andere woorden dat mensen een verhaal delen als zij zelf daardoor cool lijken. Dus op het moment dat je een verhaal deelt dat mooi en bijzonder is, dan straalt dat ook op jou af. Volgens Berger doen we dat, omdat andere mensen ons leuker vinden wanneer we een verhaal delen dat interessant is. Het draagt bij aan onze status.
Ok, leuk, dus de dame die reageerde had kans op “sociaal wisselgeld” door het verhaal te delen. Maar de vraag blijft voor mij: wat maakt het verhaal daarvoor nou precies goed genoeg?
Via Berger kwam ik uit bij de gebroerders Dan en Chip Heath, die een aantal jaren geleden furore maakten met het boek Made to Stick. Ze leggen hierin uit waarom sommige ideeën zich snel verspreiden. Zo’n idee moet voldoen aan een aantal criteria. Zo moet het simpel zijn, genoeg concrete details bevatten, een verrassend element hebben en emoties oproepen.
Een idee dat blijft hangen gaat vaak gepaard met een goed verhaal. En in een goed verhaal zit altijd een goed plot. Een plot is in feite de structuur van het verhaal, waarin een personage altijd een ontwikkeling doormaakt. Voor verhalen in het bedrijfsleven zien Dan & Chip drie soorten plots:
1. The Challenge Plot. De hoofdpersoon is een underdog en heeft een enorme uitdaging, maar weet die te overwinnen. Iemand begon bijvoorbeeld heel arm en is nu multimiljonair. Ook het verhaal dat ik deelde over Jonathan Hardesty valt in deze categorie. Hij doet het schier onmogelijke door met ogenschijnlijk weinig talent een gerespecteerd kunstenaar te worden.
2. The Connection Plot. Mensen weten een brug te slaan tussen werelden die voordien volledig gescheiden waren. Of dat nu demografisch is, sociaal, of religieus. Waarschijnlijk krijgen we nu na de Brexit wel dit soort verhalen.
3. The Creativity Plot. Iemand weet een voorheen onmogelijke geachte puzzel op te lossen. Innovaties vallen in deze categorie. Ja, we kunnen toch vliegen! Steve Jobs en Bill Gates vallen met hun bedrijven ook in deze categorie.
Ik realiseerde me ook dat er een belangrijk verschil is met een anekdote. Een anekdote is eerder een observatie, iets opmerkelijks wat er is gebeurd of iets wat je is opgevallen. Zoals in de post hieronder. Die anekdotes kunnen ook heel waardevol zijn, maar mensen zullen die minder snel delen omdat er beperkt of geen ontwikkeling in zit.
Bijvoorbeeld in deze post van mijzelf dat zeker gewaardeerd wordt, maar minder ver verspreid zal worden.
Mijn verhaal over Hardesty voldoet dus ook aan de eis van The Challenge Plot. Maar ik geloof er niet in dat een professional een verhaal alleen deelt om er goed mee voor de dag te komen. Er moet meer zijn.
Dat klopt ook volgens Bergers model, dat uit 6 principes bestaat. Naast dat we graag social currency ontvangen, delen we ook verhalen die van praktische waarde zijn voor anderen. We willen graag anderen helpen. In mijn post over Hardesty was de boodschap dat je altijd nog wat kunt leren, ook al sta je nu op punt nul.
Het interessante is dat Bergers principe onlangs back-up kreeg vanuit de antropologie. Onderzoeker David Smith van University College Londen deed onderzoek naar hoe en waarom verhalen worden gedeeld binnen de Agta gemeenschap op de Filipijnen. Zijn conclusie: degenen die de beste verhalen kunnen vertellen, krijgen een hogere status binnen de groep. Veel sociaal wisselgeld dus. Maar de verhalen dienen ook een duidelijk doel: ze bepalen de sociale normen en samenwerking binnen de groep. Er zit een duidelijke boodschap in die de vertellers willen doorgeven. Net zoals sprookjes vroeger bij ons die rol hadden. Kijk maar uit alleen in het bos, Roodkapje, straks word je nog opgegeten door een wolf.
Met haar ene opmerking gaf deze vrouw die op mijn post reageerde nieuwe inzichten:
> Tuurlijk moet een verhaal goed geschreven zijn, duidelijk, kernachtig, met kleurrijke details.
> En uiteraard heeft het een boodschap.
> Maar alleen als er een plot in het verhaal zit, zullen mensen het zich toe-eigenen.
> Want pas met de combinatie plot en boodschap levert het hen zelf iets op: sociaal wisselgeld.
Mocht je dit verhaal willen delen, dat mag uiteraard! 😊
Denk je nu: Goed verhaal, Hannah, maar zélf schrijven is ellende…? Laat me je helpen. Ik coach ondernemers en professionals om hun verhaal goed voor het voetlicht te brengen. Van strategie tot lange verhalen en LinkedIN posts. Stuur me gerust een bericht
0 Comments