Als jurist heb je één grote vijand als het gaat om toegankelijk schrijven: je eigen vak. Je bent er namelijk in getraind om compleet te zijn in wat je schrijft. En dat staat een toegankelijke tekst nog weleens in de weg. Dit zijn drie simpele schrijftrucs.
Juristen worstelen regelmatig met het schrijven van toegankelijke stukken voor hun klanten en dat begrijp ik heel goed. Als jurist moet je namelijk volledig zijn – je kunt in de rechtbank moeilijk met de helft van je argumenten aankomen. Ook een contract moet tot op de komma nauwkeurig zijn.
Bovendien zijn je bronbestanden wetteksten met een behoorlijk archaïsch karakter. Lange zinnen, mooie, maar oude woorden, eindeloze lappen tekst. Niet-juristen begrijpen die vaak echt niet. Sterker, ook al begrijpen ze de teksten wél, dan nog lezen ze liever iets eenvoudigers. Inderdaad, ook hoogopgeleide juristen lezen liever gewone taal.
Als je dus voor klanten wilt schrijven, kan je bagage dus best in de weg zitten. Wat kun je doen om toch een interessant verhaal te schrijven dat lekker wegleest én inhoudelijk klopt?
Dit zijn drie tips die je zeker gaan helpen:
1. Ga ervan uit dat je kop en je intro NIET goed zijn
Je kop en je intro zijn ongelofelijk belangrijk als je een artikel schrijft. Zeker online beslissen mensen alleen op basis daarvan of ze een artikel gaan lezen of niet. Je zult dat zelf ook doen: je scant artikelen en denkt op basis van een kop: hier klik ik op.
Ik zie bij juristen vaak dat hun kop en intro de feitelijke aanleiding benoemen. Bijvoorbeeld: ‘Parlement neemt nieuwe milieuwet aan.’ Dit is namelijk hoe je een betoog opbouwt: je begint bij de aanleiding en aan het einde van het verhaal schrijf je de conclusie.
Dit is helaas niet interessant voor lezers die snel informatie tot zich willen nemen. Het zal wel, denken ze. Bovendien kennen ze vaak het nieuws al, want ze lazen het op Nos.nl.
Dus klikken ze niet op jouw artikel.
En dan heb jij je verhaal voor niks geschreven.
Zonde.
Wat je veel beter kunt doen, is steeds bedenken wat jouw lezer nog niet weet. Dat die milieuwet er komt, dat is oud nieuws voor ze. Maar wat weet hij of zij nog niet? De vraag die de hele tijd door het hoofd van de lezer speelt, is namelijk: heb ik iets aan deze informatie? Als het antwoord ‘ ja’ is, dan klikt-ie. En de lezer bepaalt dat op basis van je kop en je intro.
Mijn uitgangspunt is: je kunt het best schrijven over wat de impact is voor je lezer. Hoe meer niche jouw doelgroep is (bijvoorbeeld zeevaart of vastgoed) en hoe meer gedegen advies jij kunt geven, hoe interessanter het artikel is.
Maak dus een kop als (deze zijn fictief en dienen als voorbeeld):
‘Zeevaart, let op: nog maar drie jaar btw-voordeel’
Of:
‘Dit is de impact van de nieuwe woningwet op de vastgoedsector’
Dan denkt de lezer: a ha, daar wil ik meer van weten. Ga dus nooit voor feitelijke informatie in de kop, maar altijd voor de WAARDE die jouw verhaal voor je lezer heeft.
Ook in je intro wil je de waarde van je verhaal voor je lezer laten zien. Dus geef ook hier niet de feitelijke aanleiding. Je intro is eigenlijk een uitgebreide kop en heeft als doel om je lezer te verleiden het artikel te lezen.
Ga er kortom van uit dat je eerste kop en intro niet goed zijn. Wees erg kritisch. Ik ken zelfs journalisten die dertig varianten van een kop maken, voordat ze een verhaal publiceren. Dat gaat je misschien te ver, dat begrijp ik, maar neem dit deel van je tekst wel heel serieus.
2. Ga voor weinig óf voor veel
Laatst kreeg ik van een advocaat de vraag: ‘Ik schrijf graag over veranderingen in de markt, maar er zijn zo veel uitzonderingen op de regel. Daardoor wordt mijn verhaal zo lang. Hoe los ik dat op?’
Dat is een hele goede vraag en een punt waar jij als jurist misschien ook tegenaan loopt. Een belangrijk onderdeel van je vak is volledig willen zijn, waardoor het erg ongemakkelijk kan zijn om niet alle uitzonderingen te benoemen.
Er is een aantal manieren om dit op te lossen:
- Accepteer dat het een lang verhaal is. Dat is helemaal niet erg, sterker, dat kan voor je vindbaarheid in Google best goed uitpakken. Houd alleen wel punt 3 hieronder in acht.
- Maak een ‘clickable’ inhoudsopgave onder de intro van je artikel, met een link naar elk nieuw deelonderwerp. Die zorgt ervoor dat je lezer de deelonderwerpen kan lezen die hij of zij interessant vindt.
- Maak een serie van artikelen, ga dus voor minder. Op die manier creëer je veel content én heb je kortere artikelen. Zorg wel dat ze een geheel vormen en schrijf bijvoorbeeld: “Dit is deel drie in een serie over veranderingen in het arbeidsrecht.”
- Richt je alleen op de meest voorkomende variant en benoem dat je dat doet. Schrijf: “Er zijn nog enkele uitzonderingen op de regel, maar die laat ik buiten beschouwing.”
3. Zie je tekst als een tekening
Als je een enorme grijze lap tekst voorgeschoteld krijgt, dan krijgen veel mensen acute slaapbehoefte. Zo’n tekst is bij voorbaat saai. Ga dat dus altijd uit de weg en realiseer je dat een tekst ook een visuele ervaring is. Zie je tekst dus als een tekening.
Mijn vuistregels zijn:
- Een intro van maximaal vier regels
- Tussenkopjes boven elke nieuwe alinea
- Een alinea is maximaal 7 regels
- Een zin is maximaal 15 woorden. En dat is echt maximaal. Knip zinnen op wanneer nodig.
Veel succes, laat me weten of de tips je helpen en deel ze vooral met mensen voor wie ze waardevol kunnen zijn!
Hannah Jansen Morrison is schrijfcoach voor HR, Legal en ondernemers. Zij werkt onder meer voor opdrachtgevers als FIOD, Openbaar Ministerie en Loyens & Loeff. Wil je ook sneller, beter en met meer plezier schrijven? Volg dan de schrijftraining voor juristen. Ook biedt zij een 21-dagen persoonlijk schrijfcoachingtraject.
0 Comments